Terwijl ik met mijn lunchdienblad de tuin in loop, tuur ik de picknicktafels bij langs. Overal groepjes uitbundig kletsende mensen. Helemaal rechts spot ik een tafel waar slechts twee mensen aan zitten. Beiden in hun eigen wereld, minding their own business. Ha, dat wordt mijn plek. Inwendig zucht ik diep. Even in standje uit, fijn.
.
Amper twee tellen later schuift er een man tegenover me aan, die prompt een kennismakend babbeltje begint. Nee, hè. Daar gaat mijn rust.
.
Ik had vooraf al zitten filosoferen over hoe ik dit ging doen. Wilde ik als sensitief wezen zo’n trainingsdag met vijftig mensen goed doorkomen, dan moest ik me her en der even aan de massa kunnen onttrekken. Ik had bedacht dat de lunchpauze daar perfect voor zou zijn.
.
Daar zit ik dan nu met die aardige medecursist die me zojuist een belangstellende vraag had gesteld. Wat ga ik doen? Doen wat ik altijd deed, dus tegen al mijn gevoel in toch maar meegaan in het kletsje, of iets geheel nieuws proberen? Onwennig kies ik voor het laatste. Ik antwoord zachtjes: ik hoopte eigenlijk dat dit de stiltetafel was…
.
De man knikt me vriendelijk toe en eet rustig door. Bij mij vanbinnen is het iets minder rustig. Allerlei vragen vliegen me om de oren: Ben ik nu niet heel onaardig? Moet ik me er niet toch gewoon even toe zetten? Zo erg is het toch ook weer niet??
.
Ik laat het maar gaan. Samen eten we in stilte. Langzaam voel ik de rust over me heen dalen. Na een kwartiertje downtime ben ik er weer. En begin dan alsnog een heel leuk gesprekje met mijn tafelgenoot.
.
Trouw zijn aan mezelf staat tegenwoordig hoog op mijn priolijstje. Tijd inlassen om de boel te laten landen is daar eentje van. Daar doe ik het goed op, weet ik inmiddels.
.
Bijgeladen loop ik na de lunch de zaal weer in. Zo kan het dus ook.
.
///
Fotocredits – Photo by Moose Photos from Pexels
///