Soms doe je het weer. Tegen beter weten in.
Het is me allang duidelijk. Van welke werkklussen ik ga joelen en van welke ik in een bult zak.
Al jaren maak ik er een punt van om heel bewust te slalommen. Dit wel, deze graag, en die… uhmm not so much. Sla die maar over.
En nu had ik mezelf zomaar ja horen zeggen tegen projecten waar ik niet per se warm voor liep. Die ik echt had kunnen missen, zullen we maar zeggen. Het waren er nog een paar achter elkaar ook.
En toen trof ik mezelf dus aan in een staat van lethargie. Uitstelgedrag was weer de standaardmodus. Ik zuchtte en steunde wat af. In mijn hoofd hoorde ik: Getver. Ik wil niet. Ik heb geen zin.
Om de tien minuten stond ik op van mijn bureau. Liep schuimend door de keuken. Bestudeerde de voorraad- en koelkast. Viel er nog wat te snaaien? Er moest aaneengesloten afleiding worden gezocht. Nog maar eens een rondje Facebook, LinkedIn, Marktplaats, Wordfeud.
Onrust alom. Onvrede alom.
Waarom? In hemelsnaam, waarom deed ik dit nou weer?
Het antwoord is geen rocket science.
Als ik even erboven hang om het te observeren, weet ik genoeg.
Ik heb nu al geruime tijd mogen ervaren hoe het is om die dingen te doen waar mijn ziel van gaat juichen. En dit, wat ik nu in een soort standaardmodus weer aan het doen was, is hoe ik het daarvoor al die jaren gedaan heb. Het verschil tussen beiden werd nu tastbaar. En het vonnis was onmiskenbaar.
Als je eenmaal naar binnen bent gestapt daar waar het behaaglijk warm is, wil je niet meer terug de bittere kou in. Mijn systeem staat het niet meer toe.
Helder. Boodschap ontvangen. Het mooie is: als je eenmaal weet wat je niet wilt, weet je nog beter wat je wél wilt.
Heel even doorbuffelen nog. Maar ik weet wat hierna dan wel. Ik kan bijna niet wachten.