Denkbeeldig

Met wijs- en middelvinger tegen de lippen, neem ik een denkbeeldige teug. Mijn ogen gesloten, een diepe inhalering. In de verte ontspant er iets.

Al 6,5 jaar rook ik niet meer. Meestal kost dat geen enkele moeite.

Alleen, de laatste weken is daar met enige regelmaat weer de zucht. Iets in mij zou het liefst weer aan zo’n ding kunnen lurken. Niet dat ik het echt wil natuurlijk, maar de drang is er wel degelijk.

Het is geen raadsel waarom dat is.

Nu ik een Groot Eng Ding aan het doen ben, mis ik mijn makkertje. De steun en toeverlaat die er vroeger altijd voor me was, die me overal doorheen sleepte. Met hem aan mijn zijde durfde ik wel. Nu moet ik het zonder hem doen.

Hij laat van zich horen als er iets gevoeld wil.

Als er zachtheid nodig is, terwijl er hards te horen is.
Als er nabijheid nodig is, terwijl ik me uit gewoonte afzonder.
Als er ruimte nodig is, terwijl ik mezelf aan de kant schuif of klemzet.

Die denkbeeldige mattie was natuurlijk geen echte vriend. Hij nam meer dan dat ie gaf.

Daarom, als de zucht nu komt, dan weet ik: er is even wat echte liefde nodig.

Gerelateerde artikelen