Het is al donker wanneer ik huiswaarts rijd. Met lichte haast, want er staat nog iets op het avondprogramma. Dat nauwelijks tot me door dringt wat er op de verkeersborden staat, negeer ik voor het gemak maar even. Gauw, gauw langs de super. Koken, eten en weer door.
Geeuwend bedenk ik dat deze dag al flink gevuld was. Mijn hoofd stroomt over, het aandachtspotje is leeg. Een milliseconde twijfel ik of ik wel moet gaan. Dat wordt in de bovenkamer direct afgesmoord: “Nee, je kunt toch niet wéér afzeggen.”
Als ik mezelf bij het thuiskomen betrap op de gedachte dat ik eigenlijk het liefst in m’n joggingbroek onder een dekentje wil kruipen en voor me uit wil staren, heb ik mijn antwoord.
Eigenlijk. Dat is het toverwoord.
In een zee van verstandelijke argumenten, komt bij eigenlijk je gevoel naar boven. Dan weet je weer wat je echt wilt, waar je echt zin in hebt. Misschien zelfs wel wat je echt nodig hebt.
Mijn mondhoeken krullen omhoog. Ik zeg de bijeenkomst af en trek warme sokken aan. De ontspanning slaat onmiddellijk toe.
///
Photo by rawpixel.com from Pexels